Geb. St Jacobiparochie (gem. ’t Bildt) 8 maart 1886, overl.
Overveen 11 april 1967. Woonde en werkte in Amsterdam, Rotterdam, Duitsland (Berlijn en Dusseldorf), Parijs, Schoorl, Bergen (N.H.), Blaricum tot 1923, Amsterdam, Haarlem tot 1964, Overveen. Maakte reizen door Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje enz. Leerling van de Quellinusschool te Amsterdam (1902-1905), de Akademie v. B.K. te Rotterdam (1906) en van de Rijksakademie te Amsterdam (1909-1910). Schilderde, aquarelleerde, tekende (pen, pastel), etste, lithografeerde (maakte ook houtsneden) uitstekende landschappen, stillevens, interieurs, bloemen enz.
Verkreeg in 1937 de zilveren medaille in Parijs en in 1949 de ‘Arti-medaille’. Gaf les aan H. M. van den Idsert. Lid van ‘Arti et Amicitiae’, ‘St Lucas’ en ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam. Schilder van de ‘Bergense School’.Rijkscollectie: Amelandse boerderij; Provence; duinlandschap Ameland, 1958; bloemstilleven, 1934; twee krijttekeningen.
Tentoonstelling Het Princessehof Leeuwarden (cat. aug./sept. 1973).
Elsevier LIII, 1917 (Kroniek) en LXI, 1921 (Kroniek); Kroniek van Kunsten Kuituur ié, 1956 (O. B. de Kat, bldz. 55-56).
D. A. Klomp: ‘In en om de Bergensche School’ (bldz. 199-203), Amsterdam 1943; A. Venema: ‘De Bergense School’(bldz. 153-165), Baant 1976.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Waller.