Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Hove bz, hubertus (‘huib’) van

betekenis & definitie

geb. Den Haag 13 mei 1814, overl.

Antwerpen 14 november 1864. Leerling van de Haagse Akademie (1839-1843), van zijn vader B. van Hove en van H. van de Sande Bakhuyzen. Van 1854 af was hij in Antwerpen gevestigd en werkte daar dikwijls samen met baron Henri Leys. Schilderde interieurs met doorkijkjes, meestal met effect van invallend zonlicht, geïnspireerd op Pieter de Hoogh. Heeft ook geaquarelleerd, geëtst en gelithografeerd. Was leermeester van J.

Maris, C. Bisschop, J. H. van Hove Bzn, M. Leon, F. Lintz, H. J.

Scheeres, H. van Seben, J. A. B. Stroebel, J. H. Swijser en S. van Witsen.

In 1845 werd hij lid van de Kon. Akademie te Amsterdam.Tentoonstellingen Den Haag 1833-1863: bosgezicht (jeugdwerk); voorportaal in de 16de eeuw; voorportaal in de 17de eeuw; voorhuis van een herberg; verhuizing in de 17de eeuw; verschillende interieurs; overstroming in de 17de eeuw; werkplaats van een metaaldrijver; enz.

AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): vispartij; veerhuis met figuren (sepiatekening); binnenhuis met invallend zonlicht (tekening in kleuren); doorkijk (tekening in kleuren). -Rijksmuseum: Vlaamse keuken (gem. HVHove BZ), DELFT -Stedelijk Museum ‘Het Prinsenhof: gezicht te Delft (tekening in O.I. inkt en sepia), DEN HAAG -Gemeentemuseum: dienst in een synagoge. HAARLEM -Teylers Stichting: het afscheid; de breister; enige interieurs (aquarellen), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: de citadel van Antwerpen (tekening). ROTTERDAM -Gemeentearchief: een tekening. -Museum Boymans-van Beuningen: plassen bij Rotterdam (gem. H. van Hove Ft 1884).

Kunstkronijk 1842/43 (bldz. 76), 1843/44 (bldz. 12, 20); 1830 (bldz. 2), 1832 (bldz. 6), 1834 (bldz. 10), 1838 (bldz. 6), 1839 (bldz. 82), 1860 (bldz. 26), 1864 (bldz. 14) en i86j (bldz. 86); Die Constghesellen 2,1947 (P. A. Scheen, bldz. 111-113).

Huebner; Immerzeel; Kramm; Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.

< >