Geb. Nijmegen 24 maart 1747, overl.
Nijmegen 24 oktober 1814. Leerling van L. B. Coclers en J. B. Scheffer.
Schilderde en tekende uit liefhebberij, bezat een renderende leerlooierij, kreeg naderhand zitting in het stadsbestuur. Zijn tekeningen van het landschap waren buitengewoon knap, hij was de eerste kunstenaar die in 1801 de gouden medaille van ‘Felix Meritis’ te Amsterdam won voor het best getekende Hollandse landschap. Heeft tevens historische voorstellingen, portretten en familiestukken geschilderd. Van 1787 af heeft hij zich tevens op het etsen van stads- en dorpsgezichten toegelegd.AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: ± 15 tekeningen, w.o. gezichten op Wageningen, Rhenen, Nijmegen, enz NIJMEGEN -Commanderie van Stjan: de schilder en zijn gezin in een interieur (1783); landschap met de vlucht naar Egypte (1792). Aquarellen: Stevenstoren te Nijmegen (1771); kerk te Hees (1780); ruïne op het Valkhof (1805); 24 tekeningen (vnl. stadsgezichten te Nijmegen). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: een vrouwenportret (sepiatekening, gem. H. Hoogers 1795).
J. A. B. M. deJong: ‘Hendrik Hoogers, Patriot en Kunstenaar, 1747-1814’, Nijmegen 1969.
Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek III; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.