Geb. Kleef 20 februari 1841, overl.
Amsterdam 22 december 1922. Leerling van G. A. van Merkesteyn (Nijmegen) en van de Dusseldorfse Akademie (1872-1874). Werkzaam in Nijmegen, Venlo tot 1868, Almelo tot 1872, Dusseldorf tot 1877, Den Haag tot 1908, daarna in Amsterdam. Landschap- en riviergezichtschilder; heeft veel geaquarelleerd. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag 1876-1903 (en later): een groot aantal bosgezichten, poldergezichten, riviergezichten, duinlandschappen enz.
DEN HAAG -Gemeentemuseum: een beukenbos (gem. Bern. Höppe). HAARLEM -Teylers Stichting: oude lindebomen (gem. B. Höppe). Koninklijke Paleizen: poldergezicht bij avond.
Gram 1904; Luns; Plasschaerl; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.
