Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Hengel, herman frederik van

betekenis & definitie

Geb. Nijmegen 1705, overl.

Utrecht 9 februari 1785. Leerling van H. van der Mijn (Londen), vertrok daarna naar Utrecht (hij woonde in de Voor-straat), waar hij in 1735 deken van het Schilderscollege werd. Schilderde portretten, interieurs met figuren en landschappen, handelde ook in kunstvoorwerpen.

AMSTERDAM -Rijksmuseum:Justus Tjeenk (gem. H. Fredr. van Hengel 1756); diens echtgenote (beide in bruikleen aan het Zeeuws Museum te Middelburg).

Immerzeel; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Wurzbach.

< >