Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Heijenbrock

betekenis & definitie

Johan Coenraad Hermann (‘Herman’); geb. Amsterdam 27 juli 1871, overl.

Blaricum 18 maart 1948. Woonde en werkte in Rotterdam, Noord wijk tot 1899, daarna in Blaricum. Maakte reizen door Nederland, België, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Zweden enz. Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam. Was aanvankelijk toneeldekorateur en journalistiek tekenaar, later schilder, pasteltekenaar en lithograaf van havengezichten en grote industrieën (hoogovens, staalfabrieken).

Hij werd genoemd: ‘de schilder van licht en arbeid’. Hij was de stichter van het Museum van de Arbeid te Amsterdam. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en van de Vereniging v. B.K. ‘Laren-Blaricum’. Gaf les aan O. van Rees.AMSTERDAM -Nederlands Historisch Scheepvaart Museum: het smeden van een krukas. ARNHEM -Gemeentemuseum: ijzergieterij (gem. H. Heyenbrock). EINDHOVEN -Stedelijk Van Abbemuseum: staalfabrieken in Wales. HILVERSUM -werk in ‘de Vaart’. ROTTERDAM -Belastingmuseum Prof. dr Van der Poel: laden van spoorwagens (aquarel); interieur brouwerij De Amstel (pentekening) ; interieur distilleerderij (pastel), UTRECHT -Nederlands Spoorwegmuseum: elf pastels van de NS. kalenders van de jaren 1937-1938.

Elsevier XXXIV, 1907 (M. J. Brusse, bldz. 372-386) en LIII, 1917 (Kroniek).

J. J. Klaarenbeek: ‘H. Heyenbrock, de schilder van lichten arbeid’, Amsterdam 1931. Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van HallI, Hen port.; Waller.

< >