Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Haverkamp, gerhard christaan (‘gerrit’)

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 15 juni 1872, overl.

Baarn 16 december 1926. Woonde en werkte in Amsterdam (Nunspeet 1895) tot 1901 (Parijs 1901), Scherpenzeel 1902, Soest tot 1908, Katwijk aan Zee 1908, Delden 1909, België (Visé, Antwerpen, Brussel) tot 1910, Haarlem, Hattem, Abcoude 1916-1919, daarna te Soest. Woonde en werkte samen met M. W. van der Valk in Scherpenzeel (1902); vormde zich vnl. zelf Schilderde, tekende en etste landschappen en stadsen dorpsgezichten (oude gebouwen). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aanj.

C. Nachenius. Tentoonstelling Den Haag 1896, Arnhem 1897 en 1901, Amsterdam 1903 en Rotterdam 1902: in Amsterdam (aquarel); vroeg voorjaar (krijttekening); sneeuw; langs de dijk (pastel); een nieuwe wijk (aquarel); uit mijn raam (krijttekening); een lijst met zes etsen; enz.

DORDRECHT -Dordrechts Museum; interieur van de kerk te Hoorn; een gezicht op Haarlem (beide etsen). GRONINGEN -Groninger Museum: twee etsen (coll. Veendorp), HOORN -Westfries Museum: interieur van de Noorderkerk te Hoorn (1905); een idem (1905); een idem (1909); voorland aan de Westfriese zeedijk bij Schellinkhout. LAREN (N.H.) -Singer Museum: werk in het prentenkabinet, LEIDEN -Stedelijk Museum De Lakenhal: gezicht in de Pieterskerk (gem. G.C. Haverkamp.

Leiden ’17). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: drie etsen, nl. landschap in België; bij de dijkpoort te Hattem; boslaantje te Hattem.


Elsevier L, 1915 (Kroniek) en LXXXVII, 1934 (Kroniek).

M. W. van der Valk: ‘G.C. Haverkamp, Zijne etsen tot 1913’ (Haarlemsche kunstboekjes, nr. 1), 1913; R.W.P.de Vriesjr: ‘Nederlandsche Grafische Kunstenaars’(bldz. 123-129), Den Haag 1943.

Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Waller.

< >