Willem Justus (‘Just’); geb. Rotterdam 12 februari 1880, overl.
Amersfoort 3 februari 1930. Woonde en werkte in Rotterdam, Bloemendaal tot 1918, Amerongen, daarna in Amersfoort. Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam en van W. Wiggers. Vormde zich vnl. zelf Letterkundige (kunstkriticus), schilder en tekenaar van landschappen, boerderijen; stadsgezichten, goede riviergezichten, portretten, w.o. zelfportret.
Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan W. J. van Dam en W. J. de Gruyter.Elsevier LXXIX, 1930 (Kroniek).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Van Hall I en port.