Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Hall, jan jacob teyler van

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 14 mei 1794, overl.

Amsterdam 28 juli 1851. Leerling van A.J. Ruytenschildt. Schilderde en lithografeerde landschappen. Van beroep handelsagent. Signeerde: J. van Hall.Tentoonstellingen Amsterdam 1814-1838: een wintergezicht; landschap bij Vianen; het huis De Vogelenzang; gezicht op de Lemmer, achter de Zeedijk; gezicht te Heikop bij Vianen, en diverse berg- en bosachtige landschappen. AMSTERDAM -Rijksmuseum: het Slot Batenstein bij Vianen (gem. J. J. Teyler van Hall 1840).

Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >