Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Haar van der

betekenis & definitie

Hermanus Petrus (‘Herman’); geb. Avenhorn 2 december 1867, overl.

Wassenaar 18 augustus 1938. Woonde en werkte o.m. in Enschede, Haaksbergen, Dusseldorf tot 1893, Den Haag na 1893, Utrecht van vóór 1899, Kortenhoef na 1915, Veere tot 1937, daarna in Wassenaar. Leerling van L. J. Bruna te Enschede en van de Akademie v. B.K. te Dusseldorf (1889-1893) o.l.v. prof Lauenstein.

Schilderde landschappen, figuurstukken, portretten, interieurs, enz.; was tevens dekoratieschilder. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan A. P. W. van der Haar.Tentoonstellingen Arnhem, Arnhem, Den Haag, Utrecht enz. 1894—1912: bij de geit; Noordhollands dorpje; grootmoeder; verkoping in Twente, herenportret; het gebed der vissers; dood vogeltje, en veel landschappen.

Luns; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall I; Vorsterman van Oyen.

< >