Geb. Delft 20 juli 1827, overl.
Blaricum 15 oktober 1918. Woonde en werkte in Overschie na 1857, Elburg 1865 en van 1895 af in Blaricum. Leerling van zijn vader C. O. van der Grient. Schilderde landschappen bij maanlicht.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1857-1880: gezicht op de kade te Overschie; een uur na zonsondergang; de Hobbelweg te Overschie bij maanlicht; spoortrein bij maanlicht; diverse aquarellen, waaronder brand van een kasteel bij maanlicht; brand achter een molen en een oud paar nog laat op pad.
AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): nachtelijke brand van een stad (tekening in kleuren). ROTTERDAM -Gemeentearchief: twee tekeningen. -Museum Boymans-van Beuningen: enige tekeningen, w.o. de brand van Boymans in 1864.
Kramm; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.