Dirk Herman Willem (‘Dirk’); geb. Amsterdam 15 oktober 1885, overl.
Zeist 28 februari 1964. Woonde en werkte in Amsterdam, Bergen (N.H.) 1910, Norderney (eil.) 1911. Osnabrück 1911, Bergen (N.H.) 1911, Parijs 1912, Lugano (Zw.) 1912-1913, Amsterdam, Bergen (N.H.), Italië, Spanje, Schoorl 1935 en Amsterdam. Leerling van de Quellinusschool (3 jaar) en van de Kunstnijverheidsschool (4 jaar) te Amsterdam. Heeft samengewerkt met A. Colnot, J.
Radecker e.a. Schilderde, aquarelleerde, tekende, etste en lithografeerde landschappen, figuren, portretten, stadsgezichten, bloemen en stillevens. Impressionist, met een bijzonder koloriet. Ook illustrator, maakte hout- en linoleumsneden. Behaalde in 1937 zilveren medaille op de ‘wereldtentoonstelling te Parijs en in 1951 de ‘Arti-Medaille’. Gaf les aan J.
H. Lambeck. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag, van ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam en van de B.B.K. aldaar. Behoorde tot de ‘Bergense School’.DEN HAAG -Gemeentemuseum: vuurlelies (bruikleen), HEINO -Stichting Hannema-De Stuers: portret van A. Lubbers (zwartkrijttekening, gem. d.h.w. Filarski). Rijkscollectie: een aantal landschappen, stillevens, enz.
Elsevier LIV, 1917(Kroniek); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1926(‘onze schilders’, bldz. 98).
D. A. Klomp: 'In en om de Bergensche School’ (bldz. 101-109), Amsterdam 1943; A. Venema: ‘De Bergense School’ (bldz. 125-139), Baant 1976.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Van Hall I en II; Waller.