Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Eymer, arnoldus johannes

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 17 juni 1803, overl.

Haarlem 21 januari 1863. Woonde en werkte aldaar. Leerling van C. Steffelaar en medewerker van J. van Ravenzwaay. Was aanvankelijk makelaar; wijdde zich in 1834 geheel aan de kunst. Heeft reizen naar Duitsland gemaakt in 1835-1836; was lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam en vestigde zich in 1840 te Haarlem.

Schilderde, aquarelleerde, tekende en lithografeerde vnl. landschappen. Leermeester van L.J. Eymer. Tentoonstellingen te Haarlem in 1825, Amsterdam en Den Haag van 1827-1856: enkele stillevens met dood wild; diverse landschappen, o.a. bij Bentheim, Haarlem, enkele (bergachtige) landschappen, een enkel stadsgezicht.

AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): gezicht op een overhaal; landschap met houtzaagmolen; schuit bij enige wilgebomen (alle tekeningen). -Rijksprentenkabinet: een groot aantal tekeningen. HAARLEM -Frans Halsmuseum: landschap met molen. -Gemeentearchief: een groot aantal tekeningen, w.o. gezichten op Haarlem; de Spaarnwouderpoort; bij de Catharijnebrug; enz. -Teylers Stichting: landschap bij Heemstede; diverse aquarellen en pentekeningen. LEIDEN-Rijksprentenkabinet: landschap (tekening), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: vijf aquarellen en tekeningen (landschappen). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: enige tekeningen; gezicht bij Haarlem (aquarel); landschap met huizen en molens aan het water (aquarel).

Immerzeel; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >