Geb. Amsterdam 25 januari 1854, overl.
Scherpenzeel 23 mei 1936. Woonde en werkte in Amsterdam, Arnhem 1879, Scherpenzeel 1892-1897, Den Haag 1899, Scherpenzeel van 1920 af. Leerling van P. F. Greive en H. Valkenburg, invloed van J.
Swan. Schilderde landschappen, portretten en genrestukken, na 1885 hoofdzakelijk dierstukken; heeft ook geëtst en gelithografeerd. Was lid van ‘Arti et Amicitiate’ te Amsterdam. Gaf les aan J. B. Hoog. Tentoonstellingen te Amsterdam, Den Haag, Haarlem (in 1879) en Arnhem van 1873-1903: mansportret; in vertwijfeling; na het werk; op het stadhuis; het dagelijks brood; enige landschappen (aquarellen); vogels, w.o. een gier; een maraboe; een tijger; leeuwen; hazen; trekhonden; landschappen, w.o. heidegezichten; enz.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: een tekening. -Stedelijk Museum: enige bruiklenen, w.o. Daniël in de leeuwenkuil. -Museum Willet-Holthuysen: vogelstudie (aquarel); hondenstudie (sepiatekening). DEN HA AG -Gemeentemuseum : een dode reiger. -Rijksmuseum H W. Mesdag: in de duinen te Bergen (gem. Jan van Essen), HEINO -Stichting Hannema-De Stuers: een witte kakatoe (aquarel). NIJMEGEN -Commanderie van St.Jan: landschapstekening.
OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: dierfiguur (pentekening); landschap (aquarel). SCHIEDAM -Stedelijk Museum: eendjes aan de slootkant (aquarel).
Elsevier XIV, i897 (H. M. Krabbé, bldz. 1-12), LXVH 1924 (Kroniek); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1924 (bldz. 12-14).
Schildersboek IV, 1900 (H. M. Krabbé, bldz 237-248).
Gram 1904; Luns; Lurasco; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.