Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Dubourg

betekenis & definitie

Louis Fabricius; geb. Amsterdam 2 juli 1693, overl.

Amsterdam 16 september 1775. Leerling van G. de Lairesse, J. van Huysum, G. Rademaker en naderhand raadgevingen van B. Picart. Hij kopieerde aanvankelijk tekeningen van Franse meesters, w.o. Le Poussin, Le Brun, Le Sueur e.a., daarna legde hij zich toe op het etsen en aquarelleren. Heeft later hoofdzakelijk behangsels, deur-, plafond- en schoorsteenstukkengeschilderd, voorstellende: arcadische landschappen, mythologische onderwerpen en spelende kinderen (engeltjes).

AMSTERDAM -Amstelkerk : allegorie (1759). -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): wandelend paar in een bos (aquareltekening). -Het Corvershof: allegorie (1757). -Gemeente Universiteit: allegorie (schoorsteenstuk). -Nieuwe Kerk: allegorie (1727), -Rijksprentenkabinet : enige tientallen tekeningen (arcadische, bijbelse, historische en mythologische voorstellingen). -Westerkerk: allegorie, LEIDEN -Rijksprentenkabinet: ontwerp voor een plafondstuk met Mercurius (tekening), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller:drie tekeningen. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: een tiental tekeningen en aquarellen, w.o. landschap met antieke architektuur (gem. LFD 1743); landschap met antieke fragmenten (gem. L. F.

D. B.); arcadisch landschap (gem. LFDB 1718).


Immerzeel; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2; Waller; Wurzbach.

< >