Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Drecht, van

betekenis & definitie

Johannes; ged. Amsterdam 14 november 1737, overl. aldaar, begr. op 12 oktober 1807.

Poorterinschrijving en lid van het St. Lucasgilde resp. 4 en 8 juli 1758. Was lid van de Stads-teken-akademie te Amsterdam. Schilderde landschappen en figuren (grisailles), heeft ook dekoratiewerk vervaardigd, o.a. in 1774 de zaal van de Hollandsche Schouwburg te Amsterdam. Bilderdijk, die een goed etser was, nam bij Van Drecht tekenlessen. Gaf ook les aan H.

W. Beekkerk, D. Dupré en J. Kamphuijsen. Signeerde; J. van Dregt.AMSTERDAM -Bilderdijkmuseum: W. Bilderdijk tekenende (1770, toegeschreven aan J. van Drecht).-Het Corvershof:een allegorie(1779).-Rijksmuseum: bacchantisch tafereel. -Rijksprentenkabinet: tekeningen, w.o. een aantal ontwerpen voor schoorsteenstukken, HOORN - Westfries Museum een kopie naar C. Troost (J. v. Dregt, fecit 1757). LEIDEN -Herenhuis Hooigracht 38: een achterzaal met geschilderd behang 0. v. Dregt 1763). -Stedelijk Museum De Lakenhal: drie aquarellen, ontwerpen voor een wandversiering 0. v.

Dreght. 1763). OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: een tekening. ROTTERDAM Museum Boymans-van Beuningen: drie allegorische voorstellingen (tekeningen).


Immenzeel; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten III, V 2; Wurzbach.

< >