Geb. Roermond 16 mei 1827, overl.
Roermond 3 maart 1921. Zoon van J. H. Cuijpers. Studeerde aan de Antwerpse Akademie. Belangrijk architekt te Roermond, o.a. van katholieke kerken, het Rijksmuseum en het Centraalstation te Amsterdam.
Werd in 1867 lid van ‘ Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan K. C. P. de Bazel, E. H. G.
H. Cuijpers, J. O. C. ten Hom, C. J. Lanooy, W.
B. van Liefland, J. B. A. Meijer, Th. H. A.
A. A. Molkenboer, W. Penaat, A. J. J.
Verschuuren, C. H. M. Vos en D. de Vries Lam.Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag in 1857 en 1865: enige bouwkundige tekeningen; ‘Hemelvaart van Christus’, muurschildering op kleine schaal op karton; ontwerpen voor gebrand-glasschilderingen; ontwerpen voor het Heilige Graf; enz.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekeningen, ROERMOND -Gemeentemuseum : schetsen.
Cal. Roermond; ‘Dr. Cuypers Gedenkboek 1827-1927'.
Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Vorsterman van Oyen; Wurzbach.