Geb. verin. Antwerpen, overl. tussen 1759 (wanneer zijn echtgenote te Amsterdam overlijdt) en 1766 (wanneer zijn dochter te Amsterdam in ondertrouw gaat).
Hij woonde vanaf ca. 1728 in Utrecht en was daar lid en overman van het schilderscollege. In 1736 verkreeg hij het burgerrecht van deze stad. Vervolgens verbleef hij in Frankrijk (Abbeville?) en vestigde zich ca. 1742 in Amsterdam. Bekwaam beeldhouwer; vervaardigde o.m. portretbustes, standbeelden, kerkbeelden, vazen en sieraadwerk. AMSTERDAM -Rijksmuseum: 2 tuinvazen in regence-stijl met de vierjaargetijden; Neptunus met Hippocamp (toegeschreven).
Oud-Holland, deel LVIII, 1941 (J. Knoef: ‘De beeldhouwer Jacobus Cresant’). Immerzeel; Kramm; Thieme-Becker; Wurzbach.
