Johan Michaël Schmidt; geb. Rotterdam 30 april 1830, overl.
Den Haag 14 november 1907. Leerling van de Rotterdamse Akademie, van J. H. van de Laar en te Parijs van A. Schefïer. Woonde en werkte in Rotterdam, tijdelijk in Parijs in 1852, van 1861 af in Den Haag en in 1873 werd hij leraar aan de Akademie v. B.K. in Den Haag.
Behaalde in 1871, voor zijn stuk ‘de slachtoffers van de oorlog’ de stedelijke medaille van Amsterdam. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Schilderde genrestukken en historische voorstellingen, etste en lithografeerde tevens (illustraties). Gaf les aan J. M. Bach, S.
J. ten Cate, W. P. van Geldrop, J. K. Leurs en C. A. van Waning.Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1852-1899 en Leeuwarden van 1853-1869: Antwerpse vrouw; catechisatie; de onverwachte zeetijding; zondagmorgen te Scheveningen; de wezen in de familieraad; op het grenskantoor; Antwerpse uitgewekenen na de komst van Alva in 1567; de valse spelers; de gesprongen snaar; de vrouw van de veroordeelde; slachtoffers van de oorlog; Albrecht Dürer door het schildersgilde te Antwerpen ontvangen; enz.
AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): de uitgefloten toneelspeelster (aquarel, gem. JM.S. Crans.). -Rijksmuseum: miniatuurportret van de filosoof Baruch de Spinoza. -Rijksprentenkabinet: tekening(en). DORDRECHT -Museum mr Simon van Gijn:portret van de vice-admiraal F. X.
R ’t Hooft; portret van Simon van Gijn op 21-jarige leeftijd. DEN HAAG -Gemeentearchief: afbeelding van een huis op de Kneuterdijk (tekening, gem. J. M. Schmidt Crans)
Kunstkronijk 1865 (bldz. 90), 1867 (bldz. ig, 25 en 28), 1868 (bldz. 50), 1871 (bldz. 70). Gram 1880; Luns; Marius; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Waller.