Geb. Amsterdam 18 augustus 1874, overl.
Den Haag 25 november 1966. Woonde en werkte in Amsterdam in 1901, Parijs, Londen 1901-1906, Den Haag 1906-1907, Rotterdam na 1907, Londen tot 1909, Den Haag van 1909 af Leerling van de Tekenschool voor Kunstambachten en van de Rijksakademie te Amsterdam. Studeerde daarna te Londen en Parijs. Verkreeg 2 subsidies uit het Willink van Collenfonds, in 1901 en 1902. Schilderde, aquarelleerde en tekende stadsgezichten, landschappen en vooral kerkinterieurs. Gaf les aan L.
J. Niehorster. Was lid van ‘Pulchri Studio’, de Haagse Kunstkring en van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.GOUDA -Museum ‘Het Catharina-Gasthuis’ (collectie Arntzenius): zelfportret; Thames Charing Cross Bridge (tekening), DEN HAAG -Gemeentemuseum: gezicht op Montmartre met de Sacré Coeur (aquarel), HEINO -Stichting Hannema-De Stuers: aan de ingang van een kerkportaal (tekening). Rijkscollectie: kathedraal van Chartres.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.