Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Bos, gerardus johannes

betekenis & definitie

Geb. Leiden 9 april 1825, overl.

Leiden 13 mei 1898. Leerling van J. L. Cornet, medewerker van J. P. Berghaus.

Voornamelijk veeschilder, heeft ook geëtst en gelithografeerd. Gaf les aan Ch. Bos, J. E. Kikkert (later medewerker ) en R. Raar.Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag: landschappen met vee; de ezel van de vrachtrijder ; beestenmarkt ; schaapskooi ; een stier ; konijnen ; kippen; eenden; enkele tekeningen, w.o. in kleuren: stal met een ezel, en een oude vrouw in de bijbel lezende enz.

LEIDEN -Stedelijk Museum De Lakenhal: de veemarkt te Leiden (G.J. Bos); schapenstudie (G.J. B.-J. en B. aaneen); drie konijnen (G. Bos); zelfportret; geitje; stalinterieur ; jongens met een paard (aquarel) ; drie konijnen (aquarel) ; interieur in een Leids huis (tekening); drie vensters (tekening), OTTERLO Rijksmuseum Kröller-Müller: een tekening.

Kunstkronijk 1834 (bldz. 30), 1858 (bldz. 42 en 70), 185g (bldz. 22 en 72), 1865 (bldz. 54) en 1873.

Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Van Hall port.; Waller.

< >