Geb. Duinkerken 13 januari 1790, overl.
Brussel 1 oktober 1872. Werd in 1815 door het Gouvernement aangesteld als tekenaar voor de natuurlijke historie op Java. In 1828 werd hij ass.-resident te Batavia. Tekende en lithografeerde planten, bloemen, vruchten en landschappen. Na 1842 te Amsterdam werkzaam.Tot zijn werk behoorden o.m. een oerang-oetang; de kop van een krokodil; planten; bloemen en vruchten; gezichten op Java en Kaap de Goede Hoop, met afbeeldingen van inboorlingen.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekening(en).
Kunstkronijk 1852 (bldz. 38).
Immerzeel; Maronier; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII; Scheen 1946 en 1969; Waller; Wurzbach.