Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Beveren, van

betekenis & definitie

Charles; geb. Mechelen 6 april 1809, overl.

Amsterdam 16 september 1850. Leerling van de Antwerpse en Mechelse Akademies. Was sinds 1828 te Amsterdam woonachtig. Zijn werk was van zeer grote kwaliteit, wat blijkt uit zijn zeer fijn geschilderde portretten en genrestukken. Heeft ook kopieën vervaardigd, o.a. naar Jan Steen. Was volgens aantekeningen van tijdgenoten een zeer zachtaardig en tevens goed mens.

Ging om gezondheidsredenen naar Italië en bestudeerde daar de oude meesters. In 1834 begaf hij zich andermaal naar Italië, vervolgens bracht hij een bezoek aan Parijs. Huwde in 1849 en stierf een jaar later aan maagkanker.Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1828-1849: portretten; genrestukken, w.o. kinderen in de winter aan het strand met een slede; biddende non; harpspeelster; peinzende monnik; Judith met het hoofd van Holophernes; enz

AMSTERDAM - Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): twee portretten; muziekavondje bij lamplicht; de bekering; een meisje en heer musicerend; een harpspeelster; kopieën naar Jan Steen, Rembrandt, G. Metsu en G. Terburg. -R.K. kerk H. Antonius van Padua: tafereel uit het leven van de heilige Antonius (1849). -Rijksmuseum: het afscheid van de soldaat; portret van de beeldhouwer Louis Royer; portret van diens echtgenote. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: Ecce homo.

Astrea 1853 (bldz. 141-142).

Huebner; Immerzeel; Kramm; Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2; Wurzbach.

< >