Geb. Rotterdam 5 september 1775, overl.
Den Haag 15 september 1841. Leerling van zijn vader A. Bemme Jsz., A. Chr. Hauck en D. Langendijk.
Heeft geëtst, gegraveerd en getekend, was tevens medailleur. Er zijn enkele portretten van hem bekend, getekend in kleuren, en tevens etsen waar paarden op voorkomen; etste meestal naar de oude meesters. Van 1831 af woonde en werkte hij in Den Haag. Gaf les aan B. W. Dietz en J. A. van der Drift.AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekening(en). DEN HAAG -Haags Gemeentemuseum (Prentenkabinet): herenportretje (ovaal, sepiatekening). Het Nederlandse Postmuseum: een postwagen ± 1830 (litho). HAARLEM Gemeentearchief: een tekening. ROTTERDAM -Museum Boy mans-van Beuningen: landschap met vier soldaten en twee boeren (aquarel); rust voor de herberg (tekening in sepia en potlood); weg door duinlandschap met figuren (tekening met de pen en in sepia).
Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VII; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.