Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Appel, jacob

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 29 november 1680, overl.

Amsterdam 7 mei 1751. Leerling van T. de Graefi D. van der Plaes en A. Meyeringh. Schilderde historische voorstellingen en portretten, maar was voornamelijk dekoratieschilder. Ging op zijn 22e jaar naar Zaandam en bleef daar enige jaren wonen, vestigde zich daarna (1705) voorgoed in Amsterdam. Gaf les aan Jacob Appel jr.AMSTERDAM -Rijksmuseum: het poppenhuis van Petronella Oortman. Rijksprentenkabinet: enige tekeningen, w.o. een zelfportret.

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek I; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Wurzbach.

< >