Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Ansingh, maria elisabeth georgina (‘lizzy’)

betekenis & definitie

Geb. Utrecht 13 maart 1875, overl.

Amsterdam 14 december 1959. Woonde en werkte in Amsterdam. Kreeg de eerste lessen van haar tante Th. van Duyl-Schwartze, daarna leerlinge van G. H. C. Overman en de Rijksakademie te Amsterdam (1893-1897) o.l.v.

N. van der Waay, A. Allebé en C. L. Dake. Schilderde, tekende en lithografeerde stillevens, portretten, poppen, dieren en stadsgezichten. Behoorde tot de zgn. ‘Amsterdamse Joffers’.

Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam en van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag. Gaf les aan M. E. Deinum, J. E. Osieck en H Rienks.Tentoonstelling ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam (cat. 14-10 t/m 5-11-1960). DORDRECHT -Dordrechts Museum: de zeven hoofdzonden (1914). DEN HAAG -Gemeentemuseum: de favoriete (1923). -HAARLEM -Teylers Stichting: portret van Coba Ritsema (1905). LAREN (NH) -Singer Museum: poppenbruiloft (1936); de vlam (1937). UTRECHT -Centraal Museum: de nieuwe japon. Rijkscollectie: laatste rozen; de buit (1959).

Tentoonstellingen Arti et Amicitiae Amsterdam (cat. 14/10-5/11/1960) en Singer Museum Laren (cat. 12/12/1976-30/1/1977).

Elsevier XLI, 1911 (Kroniek), LIII, 1917 (Kroniek), LIV, 1917 (Maria Viola, bldz. 401-409), LXXVI, 1928 (Kroniek); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1924 (Plasschaert, bldz. 95-100).

H. H. van Calker: ‘In het atelier van den schilder’(bldz. 239-245);J. H.van Eikeren :

‘De Amsterdamse Joffers’(bldz. 17-18), Bussum 1947; A. Venema: De Amsterdamse Joffers’ (bldz. 81-96), Baant 1977.

Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen1969; Van Hall I en II; Waller.

< >