Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Andriessen, christiaan

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 14 januari 1775, overl.

Amsterdam 10 november 1846. Zoon en leerling van J. Andriessen, in 1790 leerling van de Amsterdamse Teken-Akademie. Hij bezocht in 1806 Düsseldorf, bleef daar studeren (kopiëren) tot 1811, ging daarna naar Wurttemberg en verbleef enige jaren te Kleef (1817-1820), waar hij veel schetsen en tekeningen van de omgeving maakte. In zijn begintijd schilderde hij historische onderwerpen; heeft ook gelithografeerd.Tentoonstellingen te Haarlem in 1825, Amsterdam en Den Haag van 1810-1836, te Groningen in 1837 en te Antwerpen in 1840; zonsverduistering in 1820 bij Kleef; Duitse stad; stadsgezichten van Amsterdam (oa. gezicht op het IJ); familiestukken; een enkel portret; slapende bacchante; Acis en Galathea; Danae, Jupiter nastarende; interieurs met figuren, w.o. kamer met twee uit een raam kijkende meisjes; keuken met drie figuren; enz. -Rijksprentenkabinet: Amsterdam: enige tekeningen.

Amstelodanum jan. 1964 (I. H. van Eeghen, bldz. 10-18).

Immerzeel; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek I; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >