van 1936. Alle Europese vogels zijn beschermd (soms tijdelijk en plaatselijk niet), ➝ beschermde planten en dieren in Nederland.
Vangen, vervoeren, houden en verhandelen van beschermde vogels is verboden, behalve enkele soorten kooivogels: merel, vink, putter, sijs, kneu, groenling, geelgors (wel levend houden, maar niet verkopen). Onbeschermd zijn huismus (vanaf 1937 voor onbepaalde tijd) en spreeuw (steeds voor 2 jaar). Bij schade: vergunning of jachtacte (na jachtexamen) nodig. Over enkele jaren een nieuwe wet (o.a. kooivogels ringen en registreren).