(G., = zaad van plant en dier) bestaande uit zaadcellen (spermatozoa) en vocht, afscheidingsprodukt van zaadballen, zaadblaasjes en prostaat. Bevat bij de mens minstens 60 miljoen zaadcellen per cm3.
Het aantal zaadcellen in het sperma neemt af (in 1920: 90 miljoen). De grens van de vruchtbaarheid ligt bij ca. 20 miljoen. In zaad nu aangetroffen ➝ PCB; heeft invloed op celdeling.