de grofkorrelige bodemdelen komen als losse elementen naast elkaar voor, vnl. zandgronden. Tijdens droogte is verstuiving mogelijk en bij veel regen treedt dichtslempen van de grond op.
Zelfde structuur kan bij klei ook optreden, de deeltjes zijn dan veel kleiner. Klei in korrelstructuur is bij droogte zeer hard en bij regen slijmerig.