(G., glia = lijm), vormen steunweefsel van centrale zenuwstelsel; vervullen ook een functie bij de stofwisseling hiervan. De gliacellen tussen haarvaten en primaire zenuwcellen (neuronen) van de hersenen werken als zeef; zij laten sommige geneesmiddelen wel door, andere niet.
Drugs gaan er doorheen en veroorzaken hallucinogene werkingen (waanvoorstellingen).