in de eicel opgeslagen reservevoedsel (voedsel, w.o. bouwstof voor het embryo) . De dooier bestaat vooral uit eiwitten en ook uit vetten. Bij isolecithale eicellen is de dooier gelijkmatig over het ei verdeeld (zoogdieren), bij telolecithale eicellen is de dooier aan één zijde opgehoopt (vogels, amfibieën).
Naar de hoeveelheid dooier onderscheidt men dooierarme eieren (zoogdieren), vrij weinig dooier bezittende eieren (amfibieën) en dooierrijke eieren (veel vissen).