stelsel van bloemen op bepaalde manieren gerangschikt, met 2 hoofdgroepen:
1. onbepaald (centripetaal, racemeus) met onbepaald aantal zijassen en vaak groot, bv. tros (racemus), aar (spica), bloeikolf (spadix), katje (amentum), scherm (umbrella) met omwindsel (involucrum), hoofdje of korfje (capitulum) met algemene bloembodem (receptaculum);
2. bepaald (centrifugaal, cymeus), met één topbloem en hieronder zijassen met topbloem en zo verder gaand; bv. enkelvoudig bijscherm (monochasium), met 1 paar zijassen; gevorkt bijscherm (dichasium) met 2 paar zijassen, meertakkig bijscherm (pleiochasium); bovendien afgeleid van monochasium: schroef (bostryx), schicht (cincinnus), sikkel (drepanium), waaier (rhipidium).