Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

beenweefsel

betekenis & definitie

steunweefsel, bestaande uit cellen met tussencelstof van kalkzouten en eiwit, waarin vezels (vgl. met gewapend beton). De beencellen liggen in concentrische lamellen om de kanalen van Havers, ➝beenvorming.

Dit is bij compactbeen. In sponsachtig been geen kanalen, maar beenbalkjes, bv. bij uiteinden van pijpbeen, gelegen in de richting van de grootste druk, ➝bindweefsel.

< >