(basilair membraan), gelegen in slakkehuis (inwendig oor), bestaande uit 13.000 24.000 dwarslopende „snaren” van toenemende lengte (van 0,04 mm 0,5 mm) en lijkend op een opgerolde harp met zeer veel snaren. Op de snaartjes liggen zintuigcellen (orgaan van Corti) waarop zintuighaartjes en hierboven als een soort afdak een benige plaat, het dakmembraan.
De trillingsenergie van een bepaalde, waargenomen toon (tussen de ± 16-20.000 trillingen per seconde) wordt opgevangen door een bepaald deel van het basale membraan. De amplitude van een resonerend snaartje wordt bepaald door de sterkte van de voortgebrachte toon. Bij een trillende snaar stoten de zintuigharen tegen het dakmembraan (afhankelijk van de amplitude harder of zachter). De haren worden verbogen. Door de mechanische trillingsenergie ontstaat een actiestroom. Dan krijgen bepaalde zenuwvezels van de gehoorzenuw (met de geprikkelde zintuigcellen verbonden) impulsen, die via de gehoorzenuw worden overgebracht naar het primaire gehoorcentrum in de grote hersenen.