(L., vena), voert het bloed naar het hart, meer aan de oppervlakte dan slagader (bv. in de huid), veelal parallel aan slagader, meestal twee aderen t.o.v. één slagader. De wand is dunner, slapper, zachter en minder elastisch dan de wand van een slagader.
In aders liggen aderkleppen. In plantkunde: fijnste vertakking van bladnerven.