Gezinsconsumptie is meestal niet gelijk aan het totale inkomen, omdat we ervoor kiezen om een gedeelte te sparen (bijv. pensioen) of bij te lenen (bijv. studenten).
Tijdens je jonge jaren leen je veelal geld om te kunnen studeren, terwijl je tijdens je werkzame leven juist weer aan het sparen bent. Zo is je daadwerkelijke consumptie vaak maar een deel van je inkomen. Tijdens je werkzame leven bouw je ook pensioen op. Maak onderscheid tussen een welvaartsvast(geïndexeerd (=gelijk aan) op gemiddelde loonstijging) pensioen en waardevast (geïndexeerd op inflatie) pensioen. Deze verschillende ruilen over de tijd zijn typisch voor de levenscyclus.