Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Zoo God wil en wij leven

betekenis & definitie

(Wil), Jak. 4: 15.

Deze bekende spreekwijze wordt bij ons menigmaal gebruikt als vroom bijvoegsel bij uitgesprokene beloften en voornemens. Zij is ontleend aan Jak. 4: 13—17, waar Jakobus zijne medechristenen waarschuwt om toch niet allerlei handelsplannen te maken en daarbij de vluchtigheid van het leven en de onbekendheid der menschen met de toekomst te vergeten. Volgens onze statenoverzetting wil hij vs. 15 dat de christenen liever zeggen zullen: indien de Heer wil en wij leven zullen, zullen wij dit of dat doen; nauwkeuriger en beter is evenwel de vertaling: indien de Heer wil, zoo zullen wij leven en dit of dat doen. Vooreerst spreken de voorgaande verzen ook van ’s menschen hoogmoedig vergeten van den onzekeren duur zijns levens; bovendien is in de gewone samenvoeging eene groote onnauwkeurigheid, alsof de wil Gods niet reeds het leven insloot en het leven niet van God afhankelijk ware; en eindelijk vorderen de vorm en de opvolging der oorspronkelijke woorden deze veranderde vertaling. Paulus gebruikt ook alleen de uitdrukking, zoo de Heer wil. 1 Korinth. 4: 19. De hier besprokene uitdrukking is als de uiting van vroom afhankelijkheidsgevoel altoos zeer geliefd geweest bij ons volk, en in oude handelsbrieven zal zij niet licht ontbreken. Hoe evenwel ook deze spreekwijze te menigmaal kan gebruikt worden en hoe haar gebruik dikwijls samenging en samengaat met zeer ondoordachte, ongodsdienstige en liefdelooze voornemens, hoe het ten slotte op de vrome gezindheid des harten, niet op de vroomklinkende uiting van eenige bijbelwoorden aankomt, behoeft hier niet nader te worden betoogd. Een bewijs dat Paulus in dit opzicht vrij was van alle kleingeestige angstvalligheid en dwaze schijnvroomheid vinden wij b.v. 1 Korinth 16: 5.

< >