Liegen, Matth. 28: 13.
Deze spreekwijze is ontleend aan het reeds vroeger besproken verhaal van de wacht die bij Jezus’ graf werd gesteld (zie: doen wat zij geleerd waren, en laatste dwaling erger dan de eerste); zij bevat eene zinspeling op den onbeschaamden leugen, dat de discipelen Jezus’ lijk gestolen hadden, dien volgens Matth. 28: 11—15 de Romeinsche soldaten op aandrang van zijne vijanden hebben verbreid. Er wordt dus mee aangeduid, dat iemand zich niet ontziet op onbeschaamden toon leugens uittekramen.