Synagoge, Joh. 9: 22, Joh. 12: 42, Joh. 16: 2.
Deze uitdrukking Joh. 9: 22, Joh. 12: 42, Joh. 16: 2 voorkomende, geeft te kennen: van de samenkomsten der Joden in hunne Synagoge uitgesloten te worden; in het algemeen duidt zij aan de ontzegging der kerkelijke gemeenschap. In dezen zin komt de spreekwijze ook bij ons voor, en wordt gebezigd ten opzichte van hen, die om onrechtzinnigheid in de leer worden gemeden of in het algemeen van hen, die om eene of andere reden van een genootschap worden uitgesloten, zich den toegang tot dezen of genen gezelligen vriendenkring zien ontzegd.