Gedachten, hinken. 1 Kon. 18: 21.
De spreekwijze beteekent: hij weet niet wat te kiezen maar weifelt in zijne keuze tusschen twee verschillende zaken. Zij wordt van allerlei dingen, tot het dagelijksch leven behoorende, gebruikt. Doch op de plaats waaraan zij blijkbaar ontleend is, nl. aan 1 Koning 18: 21, wordt zij van de weifeling in de keuze tusschen twee godsdiensten gebruikt. In het bekende verhaal van Elia’s strijd met de profeten van Baäl spreekt hij het bij Karmel verzamelde volk, dat zich naar het voorbeeld van zijnen koning Achab nog zoo menigmaal tot het beurtelings dienen van Jahweh en Baäl liet verleiden, aldus toe: wat hinkt gij langer op twee gedachten? indien Jahweh God is, volgt Hem na, indien Baäl God is volgt hem na. De laatste beide zinsneden geven de verklaring der eerste. Wat nu de uitdrukking zelve betreft, zij heeft den zin van waggelen, aan beide zijden mank gaan, en staat tegenover het recht wandelen op ’s Heeren wegen, waarbij men zich niet dan naar de eene, dan naar de andere zijde laat trekken.