Handel waarbij geestelijke goederen, ambten of iets dergelijks uit winstbejag gekocht of verkocht worden. Het woord, dat overigens in de Bijbel niet voorkomt, is afgeleid van Simon de Tovenaar (1ste eeuw na Chr.).
In de Handelingen der Apostelen is Simon Magus, of de Tovenaar, een gedoopte Samaritaan, die door Petrus berispt werd, omdat hij de Heilige Geest voor geld wilde kopen: ‘En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven, bood hij hun geld aan en zeide: Geeft ook mij deze macht, opdat, als ik Iemand de handen opleg, hij de Heilige Geest ontvange. Maar Petrus zeide tot hem: Uw geld zij met u ten verderve, daar gij gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen verwerven. Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht voor God.’ (Handelingen 8: 18-21).