Overwinning waarbij de overwinnaar zodanig verzwakt is, dat hij niet meer tegen zijn overwonnen tegenstander opgewassen is (figuurlijk: schijnsucces).
Pyrrhus (319-272 v. Chr.), de eerzuchtige koning van Epirus herstel van het wereldrijk van Alexander de Grote was zijn voornaamste drijfveer is vooral bekend geworden door zijn Italiaanse veldtocht. In 280 zocht Tarente, dat zijn invloed in Zuid-Italië door de Romeinen bedreigd zag, zijn hulp. Met meer dan 20.000 man landde hij in Italië en bracht 20 strijdolifanten mee, een voor die tijd nieuw ‘wapen’. In één jaar versloeg hij de Romeinen bij Heracleia (280) en Ausculum (279). Het verlies aan manschappen was zo groot, dat hij wanhopig zou hebben uitgeroepen: ‘Nog zo’n overwinning en ik ben verloren.’ Pyrrhus trok hierna naar Sicilië en nam de strijd op tegen de Carthagers, evenmin met succes. Op de terugtocht naar Italië werd zijn vloot verslagen, en het leger in Italië bij Beneventum (275). Hij keerde terug naar Griekenland waar hij drie jaar later bij een straatgevecht, getroffen door een dakpan op het hoofd, om het leven kwam.