Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Gepubliceerd op 26-08-2020

Jakobsschelp

betekenis & definitie

(coquille Saint-Jacques)

Bovenste waaiervormig geribde schaal van een soort oester, aan de kusten van Spanje veel gevonden. Het seizoen van de jakobsschelpen, die een omvang van 10 tot 15 cm hebben, loopt van september tot mei. Een dergelijke schelp wordt ook gebruikt om er oesters in te braden of een stoofsel van vis of vlees warm in op te dienen.

De apostel Jacobus (Jacobus ‘de Meerdere') zou met zijn broer Johannes, één van de discipelen, in Spanje gepredikt hebben. Terug in Jeruzalem werd hij op bevel van koning Agrippa I gemarteld en onthoofd, maar zijn lichaam werd door volgelingen weer naar Spanje gebracht, waar hij als heilige in de buurt van Santiago begraven werd. Eeuwen later zou een kluizenaar, die door een ster geleid werd. het graf van de apostel ontdekken.

Hierna voegde men aan de naam van de stad het woord ‘Compostella’ (‘sterrenveld ') toe. Op 25 juli, de feestdag van de heilige Jacobus, komen de pelgrims van heinde en ver naar Santiago de Compostella om zijn graf te bezoeken. Als de reis is volbracht, mag men een jakobsschelp op de kleding bevestigen. Het gebruik van die schelp vindt zijn verklaring in het verhaal van een legendarische ridder. Op een zekere dag was deze edelman in de kokende golven van de zee terechtgekomen, doordat zijn paard op hol geslagen was. In doodsangst riep de ridder toen om hulp van de heilige Jacobus en zie... het paard bedaarde meteen en bracht zijn berijder, helemaal bedekt met schelpen, weer veilig terug op het strand.

< >