Regenboogvlies, een ronde contractiele schijf met een centrale opening (de pupil), frontaal vóór in het oog. In 1721 kreeg dit oogvlies voor het eerst de naam iris.
De naamgeefster is Iris, de bode van de Griekse goden, die langs de regenboog met haar boodschappen tot de aardse schepselen kwam. Ze was de dochter van Thaumas (zoon van Pontus (de Zee) en Gaia (moeder Aarde)) en Elektra, de dochter van de legendarische Agamemnon. De twee afschuwelijke Harpijen, half vrouw, half roofvogel, waren haar zusters.Ook het plantengeslacht Iris dankt zijn naam aan de bode der Griekse Goden.
Iris wordt meestal voorgesteld als een lieftallige maagd met vleugels in diverse kleuren, rijdend op een regenboog. Een enkele keer wordt ze afgebeeld met een stralenkrans om haar hoofd, die de kleuren van de regenboog terugkaatst.