Een zeer groot mens, ook wel ruwe gast, ongelikte beer.
In het Bijbelboek 1 Samuël vinden we het verhaal van de Filistijnse reus Goliath, die door de herdersknaap David verslagen wordt: ‘Toen trad een kampvechter uit het leger der Filistijnen naar voren. Hij heette Goliath, uit Gath. Hij was zes el en een span lang.' (I Samuël 17:4) (Een span is een oude lengtemaat: 2 dm.) Goliath in samenstellingen duidt op iets dat bijzonder groot is: een goliathfitting is een fitting met een doorsnee van 4 cm. Verder zijn er nog de goliathkever, de goliathkikker en de goliathpad.