Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Gepubliceerd op 26-08-2020

Aronskelk

betekenis & definitie

Algemene naam voor de soorten van het plantengeslacht Arum. Geringe afwijkingen heten aronsbaard, aronsstaf.

Volksetymologisch werd 'arum' veranderd in aron', en daarbij dacht men aan de bloeiende staf van Mozes’ drie jaar oudere broer Aaron, de stamvader van Israëls priesterschap.

Even iets over volksetymologie. Etymologie is de studie van de herkomst van woorden. Wanneer nu ‘men’ een woord niet begrijpt en men gaat het met iets bekends in verband brengen, meestal op de klank af, spreekt men van volksetymologie. Voorbeelden: in de vooral oudere schouwburgen had men een galerij, dat is het Franse ‘galerie’; daar waren geen zitplaatsen, daar kon men heen en weer gaan en zo werd ‘galerij’ tot gaanderij’. Het Spaanse ‘hamaca’ werd tot ‘hangmat’. Geitenblad had als Latijnse naam ‘capri folium’ en natuurlijk kende ‘men’ geen Latijn en maakte ervan: ‘kamperfoelie’. Battus in zijn Opperlandse taal& letterkunde noemt nog de onbegrijpelijke ‘cervelaatworst’, die werd tot ‘sterfopstraatworst’.

Maar dit terzijde. De bloeiende staf van Mozes’ broer: in het Bijbelboek Numeri 17:8 staat: ‘Toen Mozes de volgende dag de tent der getuigenis binnenging, zie. de staf van Aäron, voor het huis van Levi, bloeide; hij had bloesem voortgebracht, bloemen gedragen en amandelen doen rijpen.

< >