De dochter van Aja. R. was een bijvrouw van Saul.
Abner had gemeenschap met haar. Dit werd de aanleiding tot zijn conflict met Isboseth, zie 2 Sam. 3 : 6—8. David gaf haar twee zonen Armoni en Mefibóseth over aan de Gibeonieten, die hen ophingen. Toen hield R. de wacht bij de lijken van haar zonen tegen de vogels en de wilde dieren. Toen dit aan David werd meegedeeld, zorgde deze voor de begrafenis, 2 Sam. 21 : 8—14.