Het N.T. geeft zo goed als geen voorschriften voor de christelijke e. Wel blijkt, dat men geregeld samenkwam op de Zondag, en dat het Woord werd gepredikt, 1 Cor. 16 : 1; Hebr. 10 : 25.
Verder kan uit de afschaffing van de Mozaïsche wet worden afgeleid, dat de Christenen niet gebonden waren aan de ceremoniële e. Aanvankelijk hebben de Christenen nog zoveel mogelijk aan de Joodse e. deelgenomen. Zij gingen naar de tempel, Hand. 3 : 1, en naar de synagogen, Joh. 2 : 2. Zelfs heeft Paulus geboden van de ceremoniële wet in acht genomen, wel omdat hij nog geen andere vorm van e. had, Hand. 18 : 18; 21 : 23. Die ontstond allengs, toen en wanneer de Christenen zelfstandig moesten vergaderen en wel in aansluiting aan de e. in de synagoge. Doop en Avondmaal zijn van het begin af geregeld bediend.