Wat is de betekenis van zweetjakkers, zweetkakkers, zweetkakkies?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

zweetjakkers, zweetkakkers, zweetkakkies

(1914) (sold.) zweetvoeten. • Zweetjakkers: zweetvoeten. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914) • Als ik even die balpunt vast mag houden, is 't zo gepiept, maar ik leg wél even mijn zweetkakkers op die verwarming van je. (de Telegraaf, 23/03/1963) • 'Je...

Gerelateerde zoekopdrachten